zondag 18 september 2016

Verkoop geïmporteerde honden valt niet onder begrip 'hondenfokkerij'


Wat mag je als hondenfokker nu wel en niet? In het bestemmingsplan, een document wat aangeeft waar een bepaald gebied voor mag worden gebruikt, wordt dit allemaal bepaald. Over de exacte invulling van bepaalde begrippen in dit plan kan verschillend worden gedacht. Een recente zaak schetst daar een mooi voorbeeld van, waarin gediscussieerd wordt over het begrip 'hondenfokkerij' en de onderliggende begrippen 'fokken van honden' en 'zelf voortgebrachte producten'.

Het betrof een vrouw die een hondenfokkerij had waarvoor ze honden importeert, fokt en houdt. Een inspectie en herinspectie werd uitgevoerd door de NVWA, LID, Belastingdienst en de gemeente, met als resultaat dat de vrouw een last onder dwangsom kreeg. De vrouw moest een flinke som geld betalen aan de gemeente als ze niet zou stoppen met het importeren van honden uit Hongarije. Volgens de gemeente viel het verkopen van de geïmporteerde honden niet onder 'zelf voortgebrachte producten', zoals in het bestemmingsplan stond aangegeven. Hierbij wees de gemeente naar het feit dat deze honden enkele dagen of weken na (koop en) import weer werden verkocht en daarom niet werden gekocht om mee te fokken.

De vrouw was het niet eens met de argumenten van de gemeente, zij vond dat het verkopen van geïmporteerde honden wel onder 'zelf voortgebrachte producten' viel. Voor de rechter was het een lastige kwestie, hij zocht de betekenis van 'hondenfokkerij' in het dagelijks spraakgebruik en kwam tot de volgende uitleg: 'een bedrijf waar bedrijfsmatig of hobbymatig honden worden gefokt'. De honden moeten op het bedrijf worden geboren. Importeren en verkopen van honden valt dus niet onder 'fokken van honden'. De rechter volgde de vrouw niet in de omschrijving die zij gaf van het begrip 'hondenfokkerij', namelijk dat het tevens inhoudt het 'opfokken van (geïmporteerde) honden tot volwassen dieren'. De rechter vond dat honden in een hondenfokkerij niet konden worden vergeleken met het opfokken van biggen tot varkens voor de slacht. De rechter gaf daarbij aan dat honden vooral als puppy worden verkocht, wat ook bij de vrouw het geval was.

De rechter kwam dus tot de conclusie dat de gemeente het bij het rechte eind had door te stellen dat er een activiteit plaatsvond op het bedrijf van de vrouw die (volgens het bestemmingsplan) niet was toegestaan. Geïmporteerde honden zijn geen 'zelf voortgebrachte producten' en zelfs als dat wel zo was, mocht verkoop van geïmporteerde honden in het geval van de vrouw slechts als nevenactiviteit worden bedreven. Zo gaf het bestemmingsplan dat aan. Uit de gegevens van de vrouw bleek dat de verkoop van geïmporteerde honden echter een hoofdactiviteit was. Er mocht dus handhavend worden opgetreden.

Omdat het hier ging om een voorlopige voorziening is de kous in deze zaak nog niet af. Een voorlopige voorziening houdt in dat een rechter naar een genomen besluit kijkt en deze -voorlopig- kan schorsen als hier gegronde redenen voor zijn. De schorsing geldt dan totdat er een definitieve uitspraak in bezwaar of in beroep is gedaan. Nu de rechter de gemeente in het gelijk heeft gesteld, is het verzoek om een voorlopige voorziening (die de vrouw heeft ingediend) afgewezen.