vrijdag 23 december 2016

Paarden met gecoupeerde staarten niet (langer) toegestaan op keuring/tentoonstelling

Bron foto: De Hoefslag

Gisteren heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, het CBB, uitspraak gedaan in een zaak over gecoupeerde (trek)paardenstaarten. In deze zaak ging het om een vereniging die onder andere keuringen en tentoonstellingen van trekpaarden organiseert. De NVWA had dit jaar tijdens enkele van deze keuringen / tentoonstellingen de toegelaten paarden gecontroleerd. Een deel van deze paarden bleek een gecoupeerde staart te hebben. Dit was reden om handhavend op te treden; de vereniging kreeg een dwangsom opgelegd die betaald moest worden als ze nog een keer paarden met gecoupeerde staarten zou toelaten tijdens een keuring / tentoonstelling. Het zou gaan om een bedrag van €15.000 per keuring, oplopend tot maximaal €75.000. Hier ging de vereniging niet mee akkoord en het geval werd uitgevochten voor het CBB.

De vereniging stelde het niet duidelijk is dat het welzijn en de integriteit van een paard wordt geschaad als de staart wordt gecoupeerd. Het couperen gebeurt onder verdoving en zou de kwaliteit van leven van het paard niet aantasten. Daarnaast staat het keuren van paarden los van het feit of ze wel of niet gecoupeerd zijn en zou het toestaan van paarden met gecoupeerde staarten niet bijdragen aan het in stand houden van het couperen zelf.

Dieren met lichamelijke ingreep niet toegestaan
Het oordeel van het CBB is verhelderend: het is verboden om paarden met gecoupeerde staarten toe te laten op een keuring / tentoonstelling als voor het couperen geen medische noodzaak is geweest. Dit staat ook met zo veel woorden in de Wet dieren (voor de juristen onder ons: art. 2.16, lid 4 jis. artt. 1, 2.8 lid 1 sub a en lid 2 sub a Wet dieren). Uit het rapport van de NVWA bleek dat de vereniging paarden met gecoupeerde staarten had toegelaten, waarbij het couperen geen medische noodzaak was, maar (onder meer) vanwege het uiterlijk van het paard. Het couperen zou zijn verricht in (onder meer) Frankrijk, omdat het daar wel legaal is om zonder medische noodzaak te couperen.

Het CBB overwoog in deze zaak dat de Wet dieren alleen toeziet op lichamelijke ingrepen verricht binnen de grenzen van de Nederlandse rechtsmacht (dus alleen daar waar het recht van Nederland geldt en niet van een ander land). Dat zou maken dat paarden die in het buitenland zijn gecoupeerd, wel toegelaten mogen worden op een keuring of tentoonstelling in Nederland. Het CBB stelt wel grenzen hieraan. Het verbod in de Wet dieren op het toelaten van gecoupeerde paarden op een keuring / tentoonstelling, kan niet worden ontlopen als het couperen van de paarden in een ander EU-land puur wordt verricht om onder dit verbod uit te komen.

Onduidelijkheid
Omdat in deze zaak onduidelijkheid was ontstaan over dit onderwerp, geeft het CBB de vereniging gelijk. Maar het CBB geeft aan dat alleen paarden die vóór 1 december 2016 in een ander land (zonder medische noodzaak) zijn gecoupeerd mogen worden toegelaten. Het toelatingsverbod is met het oog op de gezondheid of het welzijn van de gecoupeerde paarden namelijk niet noodzakelijk, aangezien de dieren al zijn gecoupeerd. Alle paarden die vanaf 1 december 2016 (in een ander land) zonder medische noodzaak zijn gecoupeerd mogen niet meer worden toegelaten op een keuring / tentoonstelling. Gebeurt dit wel, dan is de organisatie van de keuring / tentoonstelling in overtreding en mag er handhavend worden opgetreden.